Wandel eens van Amerongen
naar de oever van de Nederrijn
en zoek een plekje tegen de zomerdijk
waar geen andere mensen zijn.
Laat je hand door het hoge gras gaan;
het oogt misschien droog,
maar ‘s ochtends kan het nog vochtig zijn.
Nat of niet ga toch maar zitten
en geniet van wat je ziet:
van de wei met schapen aan de overzij
en dichterbij van twee eenden met zeven jongen
die elke rimpeling in de rivier
in de gaten houden
op zoek naar die ene vervloekte snoek.
Voel de zachte zucht van een briesje,
ruik de geur van paarden in de uiterwaarden.
Luister naar de vleugelslag van een vlucht ganzen
en naar het gedempte stampen van een schip
dat stroomopwaarts de bocht om komt.
De veerpont met een afgeladen dek
en klaar voor vertrek
zal even moeten wachten.
Als de rijnaak eindelijk voorbij vaart,
zwaai dan even naar de schipper.
Verdraaid als hij niet terugzwaait!
Met veel lawaai en opwoelend water
vaart het veer af naar de overkant.
Wacht tot het water tot kalmte is gekomen
en tot het weer loom voorbij stroomt.
Sluit dan je ogen en laat je achterover zakken.
Wees je bewust van de vredigheid en de rust
en van de geluiden om je heen
die de stilte alleen maar versterken.
Voel je veilig.
Je wordt beschermd door kribben en dijken
en door barse basaltblokken die niet zullen wijken.
Ontspan je.
Een windvlaag wekt je.
Je weet meteen waar je bent.
Niets is veranderd.
De pont ligt nog altijd aan de overzij.
Ook de eenden met hun jongen komen weer voorbij;
het zijn er nog steeds zeven.
Het is of de tijd heeft stilgestaan,
alleen de laagstaande zon geeft aan dat het laat is.
Tijd om naar huis te gaan.
Richt je op en rek je uit.
Je zult je herboren voelen
en meer ontspannen dan ooit tevoren.
Ga daarom eens een middagje naar de Nederrijn,
kijk uit over het eeuwig bewegende water
en ervaar het tijdloos zijn.