Dit pand is blijkens een gevelsteen in 1778 herbouwd in opdracht van de eigenaar K. van Os. Hij verpachtte grond aan landarbeiders, verschafte hun een voorschot en stelde droogschuren ter beschikking. De verbouwde tabak verkocht hij aan fabrikanten in Amsterdam die voor de verwerking van de tabak zorgden. Het pand is van een ingetogen deftigheid. Stoeppalen met kettingen scheppen een distantie tussen de straat en het huis. De gevel heeft een symmetrische indeling van vier vensters met in het midden de ingang en boven de kroonlijst drie eveneens symmetrisch geplaatste dakkapellen. De ingangspartij onderscheidt zich door siertraliewerk en een groot bovenlicht met snijraam en houten classicistische omlijsting.